Samenvatting
Schellekens D, Poels P, Pellegrino A, Cretier R, Smeele I, Schermer T. Spirometrie in de Nederlandse huisartsenpraktijk: Resultaten van een landelijke survey. Huisarts Wet 2008;51(9):434-9.
Spirometrie is onmisbaar bij het diagnosticeren van chronische luchtwegaandoeningen, maar uit buitenlands onderzoek is gebleken dat de meting lang niet in alle huisartsenpraktijken optimaal toegepast wordt. Wij stelden ons ten doel de Nederlandse situatie te evalueren. Hoeveel huisartsenpraktijken beschikken over een eigen spirometer? Heeft de aanwezigheid van een praktijkondersteuner daarop enige invloed? Is het aantal spirometrietests dat in de eerste lijn wordt uitgevoerd de laatste jaren gestegen of gedaald? Uit een aselecte steekproef van 277 huisartsenpraktijken, genomen uit de databank van het NIVEL, benaderden wij 269 praktijken voor een telefonisch interview. Daarvan waren er 250 (93%) bereid informatie te verstrekken.
Bijna tweederde (64%) van de benaderde praktijken beschikte over praktijkondersteuners, die in meerderheid (87%) ook COPD- en astmazorg verleenden. Bijna evenveel praktijken (62%) beschikten over een eigen spirometer. Van de praktijken zonder spirometer liet 75% de tests in een ziekenhuislaboratorium uitvoeren, 14% in een huisartsenlaboratorium en 10% afwisselend bij een van deze of bij andere faciliteiten (bijvoorbeeld een andere praktijk in de buurt). Slechts 1 praktijk had geen enkele spirometriefaciliteit. Het spirometerbezit bleek het hoogst in Limburg (87%), Friesland (76%) en Noord-Brabant (73%), het laagst in Noord-Holland (45%), Overijssel (43%) en Groningen (35%). Praktijken met een praktijkondersteuner bezaten vaker een eigen spirometer (OR 4,7; 95%-BI 2,7 tot 8,3) en besteedden de spirometrie minder vaak uit (OR 0,07; 95%-BI 0,02 tot 0,30). Ruimeen derde van deze praktijken controleerde echter nooit of de spirometer wel accuraat mat.
De Nederlandse huisartsenpraktijken beschikken dus vrijwel zonder uitzondering over een faciliteit voor spirometrie. Praktijken die beschikken over een praktijkondersteuner, hebben meestal ook een spirometer in huis. Aan controle en onderhoud van de apparatuur besteden de praktijken echter onvoldoende aandacht.
Literatuur
Smeele IJM, Van Weel C, Van Schayck CP, Van der Molen T, Thoonen B, Schermer T, et al. NHG-Standaard COPD. Huisarts Wet 2007; 50:362-79.
Schermer TRJ, Folgering HTM, Jacobs JE, Chavannes NH, Hartman J, Van Weel C, et al. Spirometrisch onderzoek bij patiënten met chronisch obstructief longlijden in de huisartspraktijk en in een longfunctielaboratorium even betrouwbaar, maar niet onderling uitwisselbaar. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2280-5.
Decramer M, Bartsch P, Pauwels R, Yernault JC. Management of COPD according to guidelines: a national survey among Belgian physicians. Monaldi Arch Chest Dis 2003;59:62-80.
O’Dowd LC, Fife D, Tenhave T, Panettieri RA, Jr. Attitudes of physicians toward objective measures of airway function in asthma. Am J Med 2003;114:391-6.
Schermer TRJ, Folgering HTM, Van den Boom G, Jacobs JE, Van Weel C. De plaats van spirometrie in de eerste lijn. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143:2246-51.
Poels PJ, Schermer TR, Van Weel C, Calverley PM. Spirometry in chronic obstructive pulmonary disease. BMJ 2006;333:870-1.
Dowson LJ, Yeung A, Allen MB. General practice spirometry in North Staffordshire. Monaldi Arch Chest Dis 1999;54:186-8.
Johns DP, Burton D, Walters JA, Wood-Baker R. National survey of spirometer ownership and usage in general practice in Australia. Respirology 2006;11:292-8.
Lisspers K, Stallberg B, Broms K, Hasselgren M, Johansson G, Odeback P, et al. Organisation of asthma and COPD care in primary health care in Mid-Sweden. Prim Care Respir J 2006;15:199.
Bolton CE, Ionescu AA, Edwards PH, Faulkner TA, Edwards SM, Shale DJ. Attaining a correct diagnosis of COPD in general practice. Respir Med 2005;99:493-500.
Jones RCM, Freegard S, Reeves M, Hanney K, Dobbs F. The role of the practice nurse in the management of chronic obstructive pulmonary disease (COPD). Prim Care Respir J 2001;10:106-8.
Chan B, Anderson G, Dales RE. Spirometry uitilization in Ontario: practice patterns and policy implications. Can Med Assoc J 1997;156:169-76.
Miller MR, Hankinson J, Brusasco V, Burgos F, Casaburi R, Coates A, et al. Standardisation of spirometry. Eur Respir J 2005;26:319-38.
Kendrick AH, Johns DP, Leeming JP. Infection control of lung function equipment: a practical approach. Respir Med 2003;97:1163-79.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
Universitair Medisch Centrum St Radboud, afdeling Huisartsgeneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen: D.P.A. Schellekens, dr. P.J.P. Poels, R. Cretier, dr. T.R.J. Schermer. Universitair Medisch Centrum St Radboud, afdeling Epidemiologie, Biostatistiek en Medical Technology Assessment: J.E.M.C. Pellegrino. Stichting Huisartsen Laboratorium Breda/Etten-Leur, COPD & Astma Huisartsen Advies Groep, Utrecht: dr. I. Smeele.
Mogelijke belangenverstrengeling: I. Smeele is als adviseur verbonden aan de astma-COPD-dienst van het diagnostisch centrum SHL Breda. T.R.J. Schermer ontving subsidie van GlaxoSmithKline, AstraZeneca en Boehringer Ingelheim voor het doen van onderzoek op het gebied van chronische luchtwegaandoeningen.
About this article
Cite this article
Schellekens, D., Poels, P., Pellegrino, A. et al. Spirometrie in de Nederlandse huisartsenpraktijk. HUWE 51, 434–439 (2008). https://doi.org/10.1007/BF03086876
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03086876